Plotseling merkte ik dat mijn hart niet meer het enige geluid was dat de kamer vulde. Er klonk nu ook een pijnlijk gesnik van een paar meter verderop. Ik spitste mijn oren en hoorde de voetstappen zich van mij verwijderen. Een vluchtige golf van geluk stroomde door mijn lichaam en ik merkte dat mijn hart zich weer geruststelde. Nieuwsgierigheid heerste in mijn hoofd en liet me mijn ogen openen. Ik keek naar de plek waar de voetstappen naartoe waren gelopen en zag een grote, donkere gestalte die onder een tafel greep. Het gejammer versterkte en er kwamen meerdere personen onder de tafel vandaan. Allen hadden ze dezelfde vormeloze, grijze kleren aan en in een rij stonden ze nu voor de gedaante. Hij gebaarde met zijn hand naar de andere kant van de kamer en levenloos strompelde de rij in die richting. De gestalte liep er achteraan, af en toe de achterste in de rij een duw gevend. Het gejammer bleef aanhouden tijdens het weglopen terwijl alle overgebleven gezichten zich afwendden van wat er gebeurde. Het geluid van de voetstappen en het gejammer verwijderde zich steeds verder tot het uiteindelijk vervaagde in de kille lucht. Een paar seconden heerste er een drukkende stilte. Toen klonken er ineens honderden stemmen in de verte. Zware stemmen schreeuwden, lachten en gromden en kwamen zo, samen met ontelbare voetstappen, steeds dichterbij. Plotseling leek de zaal te gaan leven. Alle verscholen mensen kwamen tevoorschijn en begonnen kriskras door elkaar te rennen. Sommige mensen struikelden en belandden met hun gezicht recht op de grond, waarna ze snel weer opstonden en verder renden.
Een hand greep me bij mijn haar en trok me onder de bank uit. Een man van in de vijftig keek me aan terwijl hij mijn bovenarmen stevig vasthield. Ik keek in zijn ogen en zag hier een zwarte angst heersen alsof de duivel zelf hem in de ogen had gekeken. Zijn ogen boorden diep in me en veroorzaakten een gevoel van paniek in mijn lichaam die ervoor zorgde dat mijn ledematen ongecontroleerd begonnen te trillen. De man liet me weer los en mengde zich in de kolkende chaos van mensen. Mijn ogen schoten heen en weer, ondertussen het angstaanjagende spektakel in me opnemend. De stemmen en voetstappen van eerder klonken nu steeds dichterbij en hoe dichterbij ze kwamen, hoe hysterischer iedereen begon te rennen en gillen. Plotseling zag ik hoe honderden mannen de zaal binnen kwamen terwijl ze schreeuwend en lachend naar de chaos keken. De mannen waren allen minstens twee meter groot en je kon zo zien dat hun spieren zelfs een leeuw konden breken. Ze hadden donkergroene uniformen aan met stevige, leren laarzen hieronder. Al hun hoofden waren kaalgeschoren waardoor ze er onheilspellend uitzagen. Even volgde er rust. Aan de ene kant stond de groep grijze mensen, aan de andere kant stonden de groene beesten. Zo stonden ze tegenover elkaar, wachtend op een teken dat de situatie tot verandering zou brengen.
Een van de groene beesten had een valse grijns op zijn gezicht en deed een stap naar voren. De grijze mensenmassa kwam plots weer tot leven en begon krijsend rond te rennen als een kudde schapen, opgejaagd door een stel wolven. Enkelen belandden met een harde klap op de grond en bleven hier liggen terwijl ze huilend werden benaderd door de beesten. Ik stond verstijfd van angst toe te kijken hoe één van de groene mannen naar een gevallen vrouw toe liep. Ze hief haar hoofd bevend naar hem op, terwijl hij met een stalen gezicht op haar neerkeek. Langzaam strekte hij zijn arm en greep met zijn sterke, grote hand haar keel vast. Naar adem snakkend klampte de vrouw zijn hand vast en probeerde vergeefs haar nek te ontdoen van zijn vingers die zich om haar keel kromden. Alle spieren in zijn arm spanden zich aan terwijl het gezicht van de vrouw rood aanliep. Gorgelende geluiden vormden zich diep in haar keel en baanden zich langs haar half openstaande, trillende lippen een weg naar buiten. Haar hersenen werkten nog snel en vochten vurig in deze oneerlijke strijd, maar voor haar steeds slapper wordende lichaam was dit overduidelijk een verloren zaak. Duizeligheid maakte zich meester van haar lichaam en terwijl haar longen nog een paar keer wanhopig lucht probeerden te inhaleren, zag ik een vluchtige flits in haar ogen waarna ze ineen zakte en haar lichaam zich overgaf aan de kracht van het beest. Deze stond nog even krachtig als enkele minuten geleden, recht overeind met zijn borst naar voren. Zijn spieren ontspanden zich weer, waardoor het dode lichaam van de vrouw op de grond klapte en zo een harde echo in de ruimte creëerde. Het beest draaide zich met een voldane grijns rond zijn lippen zwevend half om, op zoek naar het volgende, hulpeloze slachtoffer.
Wordt vervolgd…